05 nov Tweede spoor re-integratiekosten in mindering brengen op transitievergoeding?
re-integratiekosten en transitievergoeding
Het is een logische gedachte als werkgever: Ik heb in het kader van de tweede spoor re-integratie allerlei kosten gemaakt. Een deel van die kosten had te maken met het verbeteren van de inzetbaarheid van mijn werknemer op de arbeidsmarkt. Kan ik die kosten nu ook als inzetbaarheidskosten in mindering brengen op de transitievergoeding? Voordat we deze vraag kunnen beantwoorden moeten we eerst kort ingaan op de achtergrond van de verrekening van de kosten met de transitievergoeding.
Hoe zit het precies met de transitievergoeding en de mogelijkheid tot verrekening van kosten?
Met de Wet Werk en Zekerheid is de transitievergoeding ingevoerd. Dit is de standaard vergoeding bij beëindiging van het dienstverband. Deze vergoeding is ook verschuldigd als het dienstverband van een langdurig zieke werknemer eindigt na twee jaar loondoorbetaling. Het hele idee van de transitievergoeding was, dat dit een budget zou zijn dat door werknemers kan worden gebruikt om de periode tussen het oude en het nieuwe werk te overbruggen (en dus niet gewoon een extra potje geld om uit te geven aan bijvoorbeeld een nieuwe caravan). De wetgever wilde werknemers echter ook niet verplicht voorschrijven hoe dit budget kan worden besteed. Als iemand dat echt wil, kan de transitievergoeding alsnog aan een nieuwe caravan worden uitgegeven. Wel zijn er een paar regelingen overgebleven in de wet om werknemers te stimuleren om het geld van de transitievergoeding wel voor werk-naar-werk te benutten.
Een van die regelingen is de afspraak dat bepaalde kosten in mindering kunnen worden gebracht op de transitievergoeding. Het gaat dan om kosten die door de werkgever zijn gemaakt om de inzetbaarheid van de werknemer of de transitie naar nieuw werk te bevorderen (de zogenaamde transitiekosten en inzetbaarheidskosten). Denk daarbij aan een timmerman die van zijn werkgever een cursus tot lasser aangeboden krijgt. Als het timmerwerk bij de werkgever op een gegeven moment verdwijnt, kan de werknemer misschien ergens anders als lasser aan de slag. De kosten die de werkgever voor de cursus heeft gemaakt, kunnen in mindering komen op de transitievergoeding die de timmerman bij ontslag ontvangt.
Dit klinkt redelijk en aantrekkelijk. De werkgever wordt zo immers gestimuleerd om kosten te maken ten behoeve van een werknemer om zijn inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te vergroten of betaalt mee aan maatregelen om de werknemer van werk-naar-werk te begeleiden. Als de arbeidsmarktpositie van een werknemer beter is, zal hij korter werkloos zijn, waardoor hij ook minder transitievergoeding nodig heeft. Klinkt logisch.
wat zijn de voorwaarden om kosten in mindering te brengen op de transitievergoeding?
Maar de transitie- en inzetbaarheidskosten mogen natuurlijk niet zonder meer worden verrekend met de transitievergoeding. In een aparte regeling is uitgewerkt aan welke voorwaarden de kosten moeten voldoen om op de transitievergoeding in mindering te kunnen worden gebracht.
- vooraf instemming. Ten eerste is van belang dat de kosten vooraf overeengekomen zijn met de werknemer. Een uitzondering op deze eis is aan de orde als de kosten worden gemaakt in het kader van een regeling met de vakbonden of de OR voor dat soort kosten (denk aan een situatie rond een sociaal plan of een CAO).
- specificatie van de kosten. Er moet ook vooraf duidelijkheid zijn over de hoogte van de kosten die met de cursus of begeleiding gemoeid zullen zijn.
- kosten voor werknemer door werkgever. Het moet (logisch) gaan om kosten die voor een individuele werknemer zijn gemaakt door de werkgever die de transitievergoeding betaalt. Kosten die door een vorige werkgever (bijvoorbeeld het door de huidige werkgever overgenomen bedrijf) zijn gemaakt kunnen niet worden meegenomen. Ook kosten voor een voorziening die aan een hele groep werknemers is aangeboden maar die door een individuele werknemer niet zijn gebruikt, komen niet in aanmerking voor verrekening met de transitievergoeding.
kunnen kosten van de re-integratie in mindering worden gebracht op de transitievergoeding?
Als kosten van de re-integratie zie je als werkgever natuurlijk in de eerste plaats het loon dat wordt doorbetaald terwijl de werknemer niet of maar gedeeltelijk werkt. Voor die loonkosten geldt dat deze zeker niet voor verrekening met de transitievergoeding in aanmerking komen. Loonkosten komen op grond van de regeling voor de verrekening van de transitiekosten sowieso alleen in aanmerking voor verrekening als het gaat om loon over een verlengde opzegtermijn waarin de werknemer is vrijgesteld van de verplichting om te solliciteren.
Voor wat betreft de kosten van een ingeschakeld re-integratiebedrijf geldt dat de minister heeft bepaald dat kosten in het kader van de re-integratie door de werkgever worden vergoed op basis van de wet Poortwachter en aanverwante wetten. Dit ziet helemaal op maatregelen in het kader van arbeidsongeschiktheid en de verplichting van de werkgever om hierin actief op te treden. De regeling wilde uitdrukkelijk niet dat zieke werknemers bij ontslag in een slechtere positie worden gebracht dan hun gezonde collega’s. Vanuit die redenatie zou het onwenselijk zijn om kosten in verband met de re-integratie op de transtievergoeding in mindering te brengen.
In het kader van een tweede spoor re-integratie komen werknemers soms met wilde plannen. De timmerman uit ons eerdere voorbeeld heeft besloten om jobcoach te worden. Hiervoor moet hij echter nog wel een dure cursus doen. Het is niet uitgesloten dat het in zo’n geval nog een optie is, om dergelijke scholingskosten, die dus puur met het oog op de tweede spoor re-integratie gemaakt worden, als inzetbaarheidskosten aan te merken. Wel geldt hierbij natuurlijk als vereiste dat deze kosten vooraf gespecificeerd worden en er overeenstemming is dat deze kosten in mindering kunnen worden gebracht op een transitievergoeding.
Let op: er zitten nog wel wat haken en ogen aan deze benadering. Als werkgever ben je verplicht om mee te werken aan de redelijke voorstellen van een werknemer om de re-integratie te bespoedigen. Als je hieraan voorwaarden gaat verbinden (de werknemer moet tekenen voor latere verrekening) dan kan dat ertoe leiden dat bepaalde stappen niet worden genoomen, terwijl die wel zouden kunnen bijdragen aan voorspoedige re-integratie. Dat zou in het ergste geval tot vertraging van de re-integratie en een loonsanctie kunnen leiden. Zorg er dus voor dat het voorstel om de 2e spoor scholingskosten als “inzetbaarheidskosten” aan te merken niet leidt tot uitstel of afstel van deze mogelijke maatregelen. Ook is er nog geen jurisprudentie over de vraag of deze 2e spoor scholingskosten op de transitievergoeding in mindering kunnen worden gebracht, zodat nog niet valt te voorspellen hoe dit in een eventuele procedure zou worden beslist. Maar zoals voor alle juridische ontwikkelingen geldt: iemand moet het eens proberen.
Voor al uw vragen over de aanpak van de verrekening van de transitiekosten en de inzetbaarheidskosten kunt u bij ons terecht: Heere advocaten Rotterdam 010-4360069